Twee doosjes geblauwde bloknagels. Hoeveel per doosje staat nergens vermeld.
Waar ze die nagels maken, vraag ik.
Weenie, zegt de verkoper. Stapt met een tussentijd van luttele seconden tegelijk links en rechtsop.
Belgisch product, gok ik, vraagteken.
Weenie, dat hij het niet weet, geen idee, maken geen nagels in Belgiƫ. Heeft trouwens alleen die van 18mm in voorraad.
Heb je geen kleinere?
Hij fronst het voorhoofd, denkt na. Er is ook 12mm, besluit hij.
Doe maar die van 12mm, zeg ik.
Ja dat heeft hij niet. Zal hij moeten bestellen. Kan weken duren. Als ze in het centraal depot geen voorraad hebben maanden. Met tegenzin komt hij tot de vaststelling dat het product bestellen of bijbestellen uiteraard niet helemaal uitgesloten kan worden. Hij jakkert heen en weer achter de eikenhouten toonkast, kan zich niet herinneren waar hij het bestelbonboekje laatst gezien had kunnen hebben, verdwijnt achter een display met hardlijm en nijptangen. Een tweede persoon komt zich met de zaak bemoeien en dan toch weer niet, het gaat om het vervolg op een vorige zaak, het dispuut zou betrekking hebben op een onvindbaar voorwerp, iets waar hij zich voorlopig niet wenst mee bezig te houden, een andere keer. Ah! Het boekje met bestelbonnen. Het bevond zich vlakbij op de brede richel van de vitrinekast tussen een file van niet op orde gebrachte papieren. Vanuit het appartement van Ann kan je op de eerste verdieping van de winkel binnenkijken in een ruimte die meer dan waarschijnlijk als bureau fungeert, over het kantoormeubilair spreidt zich een uit ontelbare lagen bestaande papiertroep uit.
Ik bestel een voorraad van 5 kilo bloknagels, het is dat of helemaal niets. Kan maanden duren, jent hij. Maakt niet uit, zeg ik lachend, dat product, iets anders moet ik niet hebben. Als ze het in depot hebben, vergoelijkt hij, heb je het voor Kerstdag. Kom kom, zo vlug hoeft nu toch ook weer niet, zeg ik. Hij toont een als understatement bedoelde grijnslach, is tevreden met het voorschot. Je moet bedenken, argumenteert hij, je komt de bestelling niet ophalen en dan zit ik er mee en het duurt een eeuwigheid voor ik dat kwijt ben. Heb je toch ook weer wat voorraad, zeg ik. Hij toont de intussen vertrouwde sympathieke grijnslach. Zijn er nog meer toepassingen van het product, vraag ik.
De meest gebruikelijke, verneem ik, is het oplappen van zetels en stoelen.
BRAINBOX twee, een werkvergadering. We bespreken de modaliteiten van het project. Ik ging een kijkje nemen op het dak. Van een van de luchtpijpen is het deksel afgewaaid. We bekijken de site van Antje Dorn, in de hifi The Pianist van Duke Ellington. Voor de tweede editie van BRAINBOX houden we vast aan een korte opbouwperiode van 1 week, maximaal. Elke fase blijft 3 tot 4 weken te bezichtigen, van september 2008 tot juni 2009 hebben we hiermee een opeenvolging van 8 episodes en er zijn ook al wat namen bekend.
Ik schuif The Jimmy Giuffre 3 met Bley en Swallow in de hifi. Omstreeks 6 is er een afspraak met Ilse Roman en Els. Het duurt een tijd voor de dames opdagen. Ilse wil graag weten of we touw hebben en de verwarming in crox3 komt ter sprake. Het is halfnegen als ik aan de Vlasmarkt beland, een plotse honger overvalt me. In de Bijloke langsgaan zit er niet langer in.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten