maandag 24 december 2007

maandag 24 december

Volgnummer 191. Aan het loket een sympathieke dame. Ze legt uit dat ze voorlopig weinig tot niets aan de te berde gebrachte zaak kan doen, het ding is nog altijd geregistreerd onder de naam van een vorige gebruiker, meer recente gegevens heeft ze niet ter beschikking. Dat is het dus, voorlopig. Vlakbij de doorgang naar een van beide buitendeuren hangt een poster met een afbeelding van 'Study of the Trunk of an Elm Tree' van John Constable.
Mailtje van Oolf en of het warm is daar in Tampa. Hier is 't een beenkoude schertsavond. Rond een uur of zeven wordt ergens in de binnenstad wat vuurwerk tot ontploffing gebracht. In de hifi is het dit keer Roland Kirk die met het op Prestige uitgebrachte Pre-Rahsaan voor een opeenvolging van aangename verrassingen zorgt.

een wandeling

Op de trappen van de Post Plaza zit een corpulent heerschap in een witte training in meditatieve houding roerloos voor zich uit te staren. Sphinx heeft geen avond- en laatavondvertoning. Op oudejaarsavond evenmin. De winkelstraten zijn veranderd in desolate en grauwe canyons. In de Veldstraat zet iemand het op een lopen met een haast alsof hij de tram halen wil. Er is geen tram. Alleen in 't Damberd en in Pizzahut is enige activiteit te bespeuren. Een ogenblik eerder, vlakbij de Groentenmarkt, was er een koppel, de dame had een bloempot bij of iets dat op een bloempot leek en in cadeauverpakking stak en ze leken geen haast te hebben. Wat verderop kwam iemand aanstappen die uit Exercices de Styles getuimeld leek en een in aluminium verpakte schotel op de linker onderarm torste. De voorwaartse beweging, een bezigheid waar hij enige tijd eerder aan begonnen was, ging met de allergrootste voorzichtigheid. Aan Sint-Baafs is het met de Kerstmarkt een desolate negorij. In één kraampje zijn ze de voorraad aan het weghalen. Frontaal tegenover het Belfort leunt iemand tegen een elektriciteitspaal. De ijspiste is vergrendeld. In een bushokje zitten twee gestaltes weggedoken. Ik maak een ommetje via Klein Turkije en beland weer aan de Korenmarkt. Er staat een Quatre Quatre dwars op het voetpad. Op de trappen van Post Plaza zit de dikke man nog altijd in kleermakerszit naar het desolate panorama te staren. Op een enkele voorbijganger na is er helemaal niemand. Örnek, halverwege Oudburg, zit afgeladen vol. In Gülham, ik heb een Chef Pide besteld, vraag ik waar de foto genomen werd. Foto? Ja, die foto daar. Ik wijs een foto aan die vlakbij de inkom hangt. Op de foto is een stadje te zien met huizen die allemaal een puntdak hebben en in de verte is een bergmassief. Het stadje? Dat is Emirdag, zegt de kelner. Hij wijst om zich heen: 'Waar wij vandaan komen.' 't Is niet één dorpje, het zijn er meerdere, een conglomeraat. Waar het is? Drie uur rijden van Ankara is het. Negentig procent van alle Turken die in Gent wonen komen uit de streek.
Iemand heeft een nog niet helemaal verteerde kerststronk op het voetpad gekotst.

Aan de kersttafel neemt het nichtje van meneer Andriessen het woord. Andriessen heeft een oogje op haar maar dat laat hij niet merken.
'Wat een v-vreselijk lot stond de overlevenden van de ho-holocaust te wachten!' stottert ze.
'Maar kindje, wat een vreselijke dingen zeg je.'
'En wat met al de belabberden die de aanslagen in London en Madrid overleefden! Wat een stompzinnigheid viel hen te beurt.'
'Kind, kind, zeg toch niet zo'n vreselijke dingen.'
'Wat een rampen stond hen niet te wachten, wat een allesvernietigende s-stomzinnigheid!'
''t Is al goed, Cassandra,' probeert de moeder tussenbeide te komen. 'Neem nog een stukje.'
'Wat een vreselijk lot is hen beschoren, zij die niet met de veerboot mee de dieperik ingingen, niet over de kling gejaagd werden, het rattenhol overleefden, ongedeerd terugkeerden uit een veldslag die ze gewonnen hadden!'
'Cassandra...'
'Wat een ellendig lot, op termijn, viel hen te beurt die d-door het oog van de naald wisten te ontsnappen, onberoerd aan de geseling wisten te ontsnappen, aan de geseling van b-boosaardige plannen, aan de ellende die door geen aanslag verijdeld werd!'
'Cassandra, zo is het wel genoeg.'
'En zij die niet door de modderstroom meegesleurd werden, mama,' zegt het meisje. 'De kranten die ze zich aan te schaffen hebben! De volksverlakkerij waaraan ze blootgesteld worden!'

envoie

Als de aarde ooit als sokkel zou kunnen dienen voor het holle brein van een zakenman, geef ouwe Andriessen dan maar een belletje. Met die ouwe Andriessen weet je op voorhand dat je belazerd bent, 't is zijn merknaam om lazerij in elk gat dattie maar vinden kan te deuken.

Geen opmerkingen: