maandag 31 december 2007

maandag 31 december

'Maar Boris, gij klein varken!'
De eerste gang zat er aan te komen en met de eerste gang die er zat aan te komen zat Boris al aan tafel terwijl de vader van Boris zich in de keuken uitsloofde en gedurende enige tijd met drie, vier handelingen tegelijk bezig leek. Ik was de vrouw des huizes naar een ruimte gevolgd, links voorin, waar ze gewoonlijk televisie kijken. Aan de schouw hing een werk van Braeckman, de foto van een foto. Ik meende mij te herinneren dat de foto in de foto een panoramisch zicht van Shangai was, of misschien van een andere stad in die regio, met een rivier die net als in 'View of Saint Lô with the river in the foreground' een brede lijn maakt dwars door het brede en diepe panorama.
Boris kreeg een voorsmaakje van de eerste gang, gerookte zalm, wat hij over het tafellaken kieperde waardoor de gesnipperde zalm vlak naast mijn bord terechtkwam, naast het bestek met name, het bestek dat zich toen nog ter rechterzijde van het bord bevond. De gerookte zalm is veranderd in een bedenkelijke hoeveelheid zalmkleurige prut. Boris lijkt het een amusant voorval te vinden.
De gastheer heeft weinig tot niets van het voorval gemerkt, hij is in de keuken bezig en is zeer te spreken over de schotel met gerookte zalm. Op tafel komt anderhalve liter Château Le Pey, een Medoc Cru Bourgeois, jaartal 2005.
'Gaat Boris slapen?' vraagt de mama. Boris knikt van nee.
'Nooit meer slapen. Hermans,' grinnikt Oolf. Boris trekt het tafellaken naar zich toe en begint aan zijn versie van het voorgerecht: 'Ku hu. Wolloo-woloodi. Tang tang, kaf mettipaai.'
'Hij is moe,' besluit de mama. Moe lonkt naar slapengaan en het dagelijkse ritueel dat hiermee gepaard gaat. 'Waar is de maan? Waar is de maan?' Boris staart gedurende enige ogenblikken naar het plafond.

Halfnegen. We zijn er laat aan begonnen. Eerder was Michiel van Alberts, Messchendorp & Company aan het roosteren van een vis begonnen. Waar hij dit keer uithing, vroeg ik. Alleen in Antwerpen maar, zei't-ie. En wat hadden we weer vanavond? Dat wisten we ons geen van beiden te herinneren. 'Wacht even, ik draai de vis om,' las ik. In de restaurants vlakbij 't Sluizeken zaten mensen aan tafel, soms in kleine groepjes, anderen met voorlopig nog niet opgerolde hemdsmouwen aan lange feesttafels.
Pientere Boris kijkt toe hoe we de gerookte zalm aansnijden. Het gesprek komt op hedendaagse kunst en die uitval van Sjoerd, of ze in het Smak een werk zouden hebben dat ze gedurende 30 jaar aan de muur kunnen laten hangen zonder dat het op de zenuwen begint te werken.
'Wat is dan eigenlijk de betekenis van Hedendaagse kunst?' vraagt de gastheer zich af. Een tweede voorgerecht kwam op tafel, Moules à l'Escargot. We vullen de glazen bij.
'Het dédain,' fulmineert Oolf, 'waarmee ze in bepaalde middens over schilderkunst praten.'
-Terwijl ze amper een besef hebben van de tijdloze meesterwerken van Velasquez, Goya, Manet, Cézanne.
'Alsof het discours met Aléchinsky begint, met Duchamp, Beuys, met Broodthaers.' De knelpunten kortom van het nieuwe academisme. Boris kwam op de luiertafel terecht. Annick, die de hele avond en nacht van wacht is (eerder op de avond werd ze al eens opgeroepen), kietelt de pientere schelm, er is grote pret, het verversen van de pamper hoort nog even uitgesteld te worden.
Ik reik de gastheer een klein pakje aan, twee edities in een wikkel van zalmkleurig inpakpapier, 'Blanche' en 'Liefde en bruiloft van de tragische aap Jogo' van Victor Hadwiger, een Duitstalige schrijver uit Praag, vermeldt de flaptekst, die wordt gezien als een voorloper van het expressionisme. Oolf opent 'Liefde en Bruiloft' en leest de eerste zin, bladzijde 5, terwijl hij in de keuken postvat waar zo meteen het aansnijden en samenstellen van het hoofdgerecht begint: 'Philip de aap zat verkleumd op zijn rekstok gehurkt en volgde geschrokken de geluidjes die in de velden ontwaakten.' En een halve bladzijde verderop: 'Het was nu al de derde keer dat hij zo de nacht aan een ketting had moeten doorbrengen, hij Philip, de pienterste van de apen, bijna net zo pienter als een mens, alleen een veel betere klimmer.'

Het verversen van de pamper is een ander paar mouwen. 'Bye...! Bye...!' grapt Boris. Het korte verblijf in Florida lijkt z'n woordenschat gevoelig uitgebreid te hebben. Wat je je later herinnert van die eerste levensjaren? Van de Everglades, de alligators, een arend, de tuin van Mr. Edison en die wijde baai aan de Golf van Mexico. Niets. Gilles, vertelt Annick, beweert dat hij zich herinnert hoe ze in Nieuw-Zeeland in een helikopter zaten maar dat verhaal heeft ze intussen zo vaak verteld dat je hoort aan te nemen dat hij zich de vertelling herinnert en niet wat hij zich zelf herinnerd had kunnen hebben. Zonder dat hij het beseft vullen het verhaal en het vele beeldmateriaal de lege bladzijden voorin.
De hoofdschotel is een gigot met prinsessenboontjes, geraspte en met citroen ingezeepte wortelen, pijnboompitten, truffelolie, in ganzenvet en met knoflook gebakken krielpatat en witloof, net als de aardappelen gestoofd in ganzenvet en afgewerkt met een scheut citroensap en noyi prat, een droog en vermouthachtig brouwsel. Op Klara hebben ze een muziekje dat als gegoten bij die Vermouth past.
Het gesprek komt op I Am Not There en Charlotte Gainsbourg. De gastheer herinnert zich een praatprogramma op Antenne 2, ze hadden Gainsbourg en Sade van 'Smooth Operator' als gasten. Gainsbourg was totaal door de wind, ladderzat, helemaal aan z'n eind en bleef de ganse tijd door 'I want to fuck you' herhalen, tot het gênant werd en ze hem verzochten om op te stappen. Dat was kort voor zijn dood. Geen idee wanneer dat was. Eind jaren tachtig? Annick haalt er de laptop bij, Oolf tikt 'Gainsbourg' in - Lucien Ginzburg, lezen we, Joods-Russische ouders. Gainsbourg stierf in 1991. Op Wieowie.nl, door De Morgen getipt als een van de sites die in 2008 het mooie weer zal uitmaken, tikken we achtereenvolgens Johan De Wilde, Kamagurka en Jan Wolkers in wat geen zoekresultaten oplevert. Zelfs Kama en Wolkers kennen ze niet en dat wordt getipt als een zoekmachine die voor een aardverschuiving zou moeten zorgen.
De site van de gastheer is in voorbereiding. 'De laatste jaren, sinds dat project in Waterfront, is over mij niets meer geschreven,' herinnert hij zich. Tenzij dan een kleinigheid in H-art, in 2007 was dat, toen hij een solo had in EL. Annick tikt SHcorr.com in.
'Een atoomoorlog en daar gaan onze virtuele levens,' grapt de bezoeker.
Dan een bestand met foto's en filmpjes die ze in Florida maakten, de indrukwekkende banjanbomen in de parktuin van Edison - 'een heerlijke plek aan de Golf van Mexico', zou ik best wel willen wonen, gedurende een maand of twee, mijmert de gastheer. De Everglades, alligators die traag en ogenschijnlijk zonder bedoeling door het water schuiven en het Ringling Museum. Het Ringling Museum is het erfgoed van een circusdirecteur, toen één van de rijkste mensen van de Verenigde Staten. Hij had een passie voor de Renaissance. In een tuin beeldjes die door een banjan gewurgd worden, een groene morene (volstrekt ongevaarlijk), het adelaarsnest, ibissen, Boris die zich vermaakt met een figuurtje van Sesamstraat. The Bold Eagle, het symbool van de United States. Op een andere plek een rode en enorme constructie, 'veel beter dan wat je in de Hedendaagse musea ziet', de constructie - in het noorden van Frankrijk zie je die dingen ook - regelt de watertoevoer voor de brandweer. Annick opent de site van Het Groot Dictee, dit keer een tekst van Wolkers: 'Na het verorberen van de laatste schep hete bliksem, liggend streepje,' en verderop: 'Iets uit het schrepele lichaam persen.' 2 schrepel (bn; -er, -st) 1 schraal, mager, var. schrapel 2 schriel, kaal, van schrapel. Nog zo'n woord: de zevenslaper. De zevenslaper of relmuis, 'een knaagdier uit de familie van de slaapmuizen, dat in de zuidelijke gematigde streken van de oude wereld op bomen leeft en een groot deel van de winter slapende doorbrengt'.
'Ze mogen al blij zijn,' sneert Oolf, 'dat ze ontdekt zijn. Waarschijnlijk moet een of andere wetenschapper er op getrapt hebben, anders was die relmuis nooit ontdekt.' (envoie - vooral in Kenia momenteel, in Pakistan...)
'Ik ga van z'n cadeau geven,' besluit de gastheer.
-Dat heb je nu al zo'n twintig keer gezegd.
'Ik zal het nu geven.' Hij stapt naar de werkkamer en komt enige later met een volume op de proppen dat hij in een plastiekzak wikkelde. Het gaat om het zesde deel van Voskuil. De folie zit er nog om.
'Maar dat heb ik...,' zegt de bezoeker.
'Goed,' besluit de gastheer, 'ik heb een beter idee.' Hij verwijdert zich met het zesde deel van Voskuil en de geschenkverpakking en komt enige tijd later met een lijvig volume op de proppen, een door Arnon Grunberg samengestelde en door Nijgh & Van Ditmar uitgegeven editie met romans, verhalen en tekeningen van Roland Topor. De bezoeker is in z'n nopjes. (wow... fantastisch... super) Het heeft maar een haar gescheeld of hij had het zich zelf aangeschaft. 't Is een prachtboek. De gastheer zal het zich onverwijld een van volgende dagen nogmaals aanschaffen. Bladzijde 205 (memoires van een oude zak): 'Op driejarige leeftijd graveerde ik met een vork Klees in de aardappelpuree, die mijn familie met stomheid sloegen. Op mijn vierde deed ik een middagdutje. Op mijn vijfde tekende ik met potlood portretten van mijn vriendjes die gelijkender en mooier waren dan de foto's van Lewis Carroll. Er was zelfs een fotograaf die me voor zijn faillissement verantwoordelijk stelde.'
'Hel en verdoemenis (om Anna te troosten), 1981': een man, met zijn pantalon tot de knieën, zit op een steile - meer dan waarschijnlijk uit stront opgetrokken bergtop - en kotst en kakt onophoudelijk darmkwak.

Geen opmerkingen: