Onder de bomen aan Sint-Jacobs krassen de marktkramers op, dat neemt wat tijd in beslag en gebeurt met het nodige animo. Met secuur plooi- en paswerk kan het boekenstandje van Younis net in een bakfiets. De spullen die er niet in kunnen (een luifelparaplu, schragen, een stoel) werden bovenop de bak samengebonden. Het boekenstandje van Younis, die Marokkaanse roots heeft, is voor de liefhebbers van het betere boek, je vindt er volumes van Flaubert en Camus en goedkope edities van Van der Heyden. Verderop, waar het plaveisel vernauwt tot een afgeronde driehoek, laat een zwaarlijvig heerschap een valies vallen. De valies klapt open - gedurende een kort moment is de inhoud ervan goed zichtbaar - en de marktkramer, die het voorval vooral vervelend vindt omdat het de gang van zaken hindert, gromt een verwensing. Younis zwaait en komt op me toestappen. Dat ik die meneer van Croxhapox ben. Ja, dat klopt. Dat hij en Zeger en Nico binnenkort bij ons optreden en dat ze een vierde man hebben, een cellist, Lode heet hij.
-Dan ben jij de zanger?
Ja, klopt. Zeger ken ik nog van toen hij contrabas speelde. Nico is een talent. Younis vertelt hoe hij met dat boekenstandje begonnen is. Boeken die hij in z'n bibliotheekje had en die hij toch niet las of al gelezen had, zo is 't begonnen. Ook nu maakt hij er werk van om goed gerief te vinden.
Ik zal eens wat boeken bij je binnensteken, zeg ik, boeken die ik op overschot heb.
In 'Beknopte aantekeningen over het oordeelkundig ordenen van je boeken' vertelt Perec over een vriend die besloot om zijn boekenverzameling tot 361 boeken te beperken. Telkens hij een boek kocht, had hij één boek uit zijn boekenverzameling te verwijderen, maar eigenlijk ging het andersom: pas als hij een boek van de hand had gedaan kon hij zich een nieuw boek aanschaffen.
Eergisteren Michiel van Alberts, Messchendorp & Company aan de telefoon. Hij wou een enveloppe binnensteken, zei hij. Het belooft een zonnige dag te worden maar het duurt niet lang of het weer slaat om. Op een kaart bestudeer ik het Afrikaanse continent. Klaus, die niet wist of het Mauretanië was, zei dat hij van plan is om een vriendin te bezoeken die in Afrika op een eiland woont. Dat het aan de Oostkust was, zei hij. Dus dat het Mauretanië was, zei hij. Mauretanië is Westkust Afrika, zei ik, da's onder Marokko. Zou het, vroeg Klaus zich af. Nee, dat kan niet, zei hij, 't is waar Zanzibar is. We hadden het over Madagascar, over Reunion en over Zanzibar gehad. Ja, wel, dat is in elk geval Oostkust zei ik. Dan bedoel je Kenia, zei ik. Kenia? Nee, het was Mauretanië, zei Klaus. Mauretanië situeert zich aan de Westkust tussen Senegal en Marokko, zei ik. Ik had het eerder gezegd en ik zei het nog eens. Ja, dat kon niet, zei Klaus want het lag aan de Oostkust en daar had hij een vriendin en die woonde op een eiland. Bedoel je Mozambique, zei ik. Dat wist hij niet. Hij kon het zich niet herinneren. Toch Ethiopië niet, zei ik. Nee, nee, zei hij. Dat is ten noorden van Kenia, verduidelijkte ik. Klaus meende dat dat niet helemaal klopte maar dat deed er niet toe. Ethiopië is in elk geval aan de Oostkust, zei ik. Op de kaart, merk ik, is het amper 10 centimeter van Caïro naar Kaapstad. Eén enkele oogopslag volstaat om van Zanzibar naar Dakar uit te wijken. Mauretanië is ten zuiden van Marokko. Nog wat meer naar het zuiden is Senegal. In het Oosten, paar centimeter rechtsop, is er Kenia, boven Kenia een smaller areaal waar in drukletters het woord Ethiopië werd aangebracht. Onder Kenia, wat Klaus zich niet herinneren kon, heb je Tanzanië. Als je je hand pal boven de Indische Oceaan houdt bevindt de top van je pink zich ter hoogte van Vladivostok. Kleine wereld.
In crox is er eerst een half uur niemand. Elvis Olifant laat zich niet zien. Nu de blonde Cynthia weet dattie vreemd gaat zou 't wel eens kunnen dat we straks weer met muizen zitten. Dat hij overal in de hele buurt over de vloer komt, zei ze.
De eerste bezoekers komen dit keer uit het verre Luik. Ze zijn met een Ticket Shopping, 7 euro heen en terug, speciaal uit Luik naar crox gekomen. Van het shoppen kwam niets terecht, lachen ze, na crox gaat het meteen weer richting Luik. Er zijn ook wat bezoekers die tot de lokale scene horen. Om het evenwicht te herstellen trommel ik enkele van de asielzoekers op die zich sinds enige tijd in de stockruimte schuilhouden en er instaan voor de sonore omkadering van het What About Crox project, dit om de elektriciteitskosten te drukken. Om te voorkomen dat ze door de vreemdelingenpolitie worden ontdekt en als bijvoorbeeld Tjeteen en Koerd ontmaskerd, spreken ze elkaar aan met namen van bij ons, Kurt, Helmut en Freddy.
'Il f-f-faut que tout t-tout les Wallons vient vivre en F-F-F-Flandres,' meent Freddy. 'Et t-tout les Fla-Fla-Fla-Fla-Flamands en Wallonie.' Fuck fuck fuck, we gieren van het lachen. Helmut, het zou om een Tjeteen gaan, is gespecialiseerd in licht ontvlambare gassen en had van kindsbeen af affiniteit met het traditionele genre.
Andere bezoekers interesseren zich voor het werk van Ian en Kurt. Ook het werk van Gerd vinden ze heel erg goed. Voor het werk van Stef zijn meerdere kopers alleen weet ik helaas niet hoeveel het kost. Ik telefoneer Stef. Een grauwe regenvlaag jaagt over het woonerf.
Iemand merkt op dat een van de werken van Duyck aan Miro doet denken. Ik keek, keek nogmaals, keek opnieuw, geen Miro, Miro zag ik niet.
'Le systême et le problême,' grapt Antoine, 'c'est masculin.'
Marie ajoute la fruit et l'arbre.
'Et c'est quoi,' vraag ik, 'c'est un ou c'est une idée.'
-C'est une. L'idée est feminine. We lachen. Les cons et les connes et la stupidité, c'est quoi ça.
Nog meer bezoekers. Een koppel in aanbidding voor de kerstboom van Carole. Ik tap wat biertjes. Het is een simpele vaststelling, het publiek reageert enthusiast op dit simpele project. Zelf heb ik het vooral voor het werk van Carole, werk dat als je 't mij vraagt als een besneeuwde top boven het project uitsteekt. Ik hou van de kleine dieren. De hamster verbergt zich in een bosje stro, een wezel schiet over het terrein en midden het wegdek ligt een platte poes.
Er zijn nog bezoekers. Sommigen komen van Dhont-Dhaenens, andere van OneTwenty. Een koppel nestelt aan de bar. Dat het hier gezellig is. Er is telefoon van Sarah Pessoa. Astrid springt binnen en Carole komt haar fiets oppikken. Pieter bestelt een pintje. Hij was in Rotterdam, kon zich niet vrijmaken. In De Standaard lees ik op bladzijde 3 dat Karlheinz Stockhausen overleed.
zondag 9 december 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten