vrijdag 2 augustus 2013

een zomeravond

Bij mijn weten heeft niemand een zomeravond beschreven als Marguerite Duras deed toen ze aan Les yeux bleus cheveux noirs begon:

Une soirée d'été, dit l'acteur, serait au coeur de l'histoire.

Pas un souffle de vent. Et déjà, étalé devant la ville, baies et vitres ouvertes, entre la nuit rouge du couchant et la pénombre du parc, le hall de l'hôtel des Roches.

A l'intérieur, des femmes avec des enfants, elles parlent de la soirée d'été, c'est si rare, trois ou quatre fois dans la saison peut-être, et encore, pas chaque année, qu'il faut en profiter avant de mourir, parce qu'on ne sait pas si Dieu fera qu'on en ait encore à vivre d'aussi belles.

A l'extérieur, sur la terrasse de l'hôtel, les hommes. On les entend aussi clairement qu'elles, ces femmes du hall. Eux aussi parlent des étés passés sur les plages du Nord. Les voix sont partout pareillement légères et vides qui disent l'exceptionelle beauté du soir d'été.


Vrij vertaald: een zomeravond, geen zuchtje wind, nacht sluipt naderbij, in de hall van een hotel leggen dames elkaar uit hoe prachtig ze het vinden, zo'n zomeravond, ook op het terras praten de mannen alleen maar over de buitengewone pracht van die zomeravond.
Wat me nu opeens opvalt is dat de dames zich in de hall van het hotel bevinden en praten over hoe prachtig ze het vinden. Op ongeveer zelfde manier, stel ik me voor, praten ze over de kindjes die ze gebaard hebben. Daar is niets mis mee. Het lijkt me volstrekt aanvaardbaar om tussen de vele andere sensaties door opeens op te merken: he, wat een prachtige avond, of: Yvonne heeft de mazelen gehad, of: Jeanne is nu met een jongen uit Islamabad. De vraag die ik me stel, is: kan je genieten, is dat mogelijk, van een prachtige zomeravond als je het de hele tijd door alleen maar hebt over hoe prachtig die zomeravond is. Jawel, ik neem aan dat dat mogelijk is. Er zijn ongetwijfeld mensen die zo weinig te vertellen hebben, wat ze niet eens kwalijk genomen zou kunnen worden, dat ze er de hele avond over bezig blijven. Wat niet uitsluit dat ze genieten van een prachtige avond.

Ik zit op het terras van Minor Swing. Het is zo'n avond. In het nog steeds aan dagblauw verwante blauw boven de huizen in de Ottogracht drijven roze wolken, uitgelicht van onderop door het echte daglicht dat achter de horizon verdwenen is. Tom maakt een praatje. Hij vraagt me waarom ik zo vrouwelijk gekleed loop terwijl ik nochtans zo op het eerste zicht geen vrouw ben. Soy feminista, zeg ik. Almodovar heeft me opgeleid. Wie beetje vertrouwd is met de Spaanse spraakkunst weet dat de s kurkdroog dat is waar bijna elk woord in een losse wrong omheen kronkelt: het natte punt, een schroefbeweging. Het terras van Minor Swing zit afgeladen vol. Na de rode wijn bestel ik een picon vin blanc. We hebben het niet over de prachtige zomeravond, zitten er middenin.

Dirk dist een anekdote op. Iemand vertelde hem dat ze van plan waren geweest om een Griek te doen. Ze reden naar Zaventem, bestelden drie tickets en gingen in Athene eten. Wat ze uiteraard de max vonden was dat de Griek die ze deden in Athene was.

Op het terras is geen zuchtje wind. Het gesprek komt op de autosnelweg tussen Sevilla en Jerez. Dirk kent die autoweg, waarover de auteur van Anoniem eerste helft 21ste eeuw opmerkt dat het de mooiste van Europa is: 'Midden dit landschap, door een brede oever van boomvariëtieten behoed voor de dreiging van het stugge, kale hinterland, bevindt zich ter hoogte van Lebrija, waar ook het tolhuis is, een tankstation met de naam La Fantasma.' Dirk weet van dat tankstation. Ik had het over Cantarrijana gehad, een naaktstrand op de grens van de provincies Màlaga en Granada. De kustweg van Nerja naar Almeria gaat er hoog boven de kustlijn. Net voorbij de grens, op het grondgebied van Granada, is er een wegje rechtsop. Het gooit zich in haarspeldbochten omlaag tussen korzelig struikgewas. Tegenwoordig biedt het een geasfalteerd wegdek. Eind jaren tachtig gleed je met de auto over een zanderige met grind en keien verharde weg tot aan het strand, 250 meter hoogteverschil over een afstand van 4 kilometer. Toen was het ook nog echt een naaktstrand. Nu is het gemengd. Op het eerste stuk, waar een restaurant is, staan uit riet vervaardigde parasollen. Het tweede stuk, voorbij een tot bijna vlakbij de branding reikende rotsbult, is ruwer. Als je Cantarrijana googlet, kom je op de site van een Italiaanse fotograaf die er stiekem blote dames fotografeerde.
Dirk en zijn vriendin of echtgenote hebben een zwak voor de Costa de Luz: Cadiz, Tarifa, Huelva, de grensstreek met Portugal. Tegenwoordig is er een autoweg die van Salamanca zuidwaarts over Càsares naar Sevilla gaat, dwars door Extremadura.

Over dat soort dingen praten we dus, over autosnelwegen en naaktstranden en moslims, terwijl iemand de drankkaart als waaier gebruikt, de bruidsluier die over een deel van de gevel hangt rilt maar op het terras is geen zuchtje wind.
Het blauw boven de daken heeft een diepe kleur. Naast twee blote benen staat een leeg colaflesje. Vrolijke stemmen, iemand gilt, geroezemoes. Het zwerk kleurt indigo. De auto's die langsrijden over het gladde wegdek gaan deel uitmaken van dat indigo. Aan de verste hoek van het terras zit iemand naar het asfalt te staren. Het indigo boven de daken heeft een kleur van drukinkt. Een motorfiets knettert over het wegdek. Een verrukkelijk aangename traagheid weegt op de dingen.

Geen opmerkingen: