Onder de platanen op het plein: fietsers, auto's, een tram, moeders met, moeders zonder kinderwagen, insecten, fijn stof, zeer ongetwijfeld ook spinachtigen, rookwalmen, een blondine met boodschappenuier, de wandelaars slenteren want het is warm, boven de platanen: het naadloze blauw van een zomeravond, onder de platanen: een tram neemt de bocht naar de spoorwegtunnel; onduidelijke bestemmingen: persoon A op weg naar, B op weg naar, C van plan om. En dan om voor de hand liggende reden, want hij is dood, aan Elmore Leonard denken: Lourdes became Mrs. Mahmood's personal maid when her friend Viviana quit to go to L.A. with her husband. Lourdes and Viviana were both from Cali in Colombia and had come to South Florida as mail-order brides: first sentence of When The Women Come Out To Dance, from the volume When The Women Come Out To Dance, published in 2002, cleanshaven prose, it is said that Elmore hated long phrases and observations on any kind of thing that didn't relate to the story: I once read that he used to say that Chandler hadn't brought him a single thing: Carver: Fante: Leonard: Chandler, four of a kind to my knowledge, but with extreme differences indeed if it comes to the way a story simple as it is may be told. Een jongedame fietst bijna tegen een nogal gespierde Arabier aan die onder de platanen het zebrapad naar het centrum van het plein neemt. Ze had dwars door hem heen kunnen rijden maar dat doet ze niet. Ze remt af, haar rechtervoet tipt even het asfalt aan.
Aan een van de tafeltjes zit de zeepbellenblazer - sinds ik hem ken bleef zijn naam voortvluchtig en hij kijkt ook niet naar me om, alsof we elkaar niet kennen - in het gezelschap van, hoe zegt Brusselmans het ook weer, in het gezelschap van een jongedame die er best aardig uitziet. Het is zomer. Robert le peintre komt voorlangs zonder naar het terras om te kijken. Fietsers van naar, een lijnbus, de bedrading van de vele onduidelijke bestemmingen onder de bomen is uitgewist voor je had kunnen zien dat er toch zo'n bedrading is. Bijvoorbeeld: kwam Robert in de buurt wonen, zoals Max deed die wat verderop woont, in de Clementinalaan, en: wat zit in de slappe aktentas die hij bij heeft. Lui die met zichtbare bedrading aan een iPad vastzitten stappen blind over het voetpad. Er is het donkere silhouet van een meisje achterin een auto. Lijnbussen rijden door elkaar heen om het plein. Aan de horizon schuift een trein oostwaarts. Een dame zakt weg in het asfalt. CHANTAL roept iemand. Ze hoort het niet. Aan de belendende tafel merkt een vrouw op dat 'eartquakes come to Belgium', wat ze vandaag in een krant las. Uit het blauwe, roeste deurtje van Cine Capitole, ooit een cinema, later een casino, stapt een bejaarde man. Hij drentelt onder de platanen. Twee dames stappen achter hem aan.
Aan de binnenrand van het plein staat een blondine. Ze komt van het station, draagt een zomerjurk, flinterdunne schouderbandjes, halfblote boezem. Net voor ze het zebrapad neemt, plaatst ze haar handen onder de décolleté. Ze lacht, ook de andere dames, ze zijn met z'n drieën, lachen. Ze nemen plaats aan een tafel vlak bij en komen van de kust, wat uit het accent blijkt.
Er zijn fietsers met, er zijn fietsers zonder valhelm, lome wandelingen. Op het terras maakt het weinig uit. Een bestelwagen van Pierino, zelfbereid Italiaans ijs, neemt de bocht naar de Albertlaan.
woensdag 21 augustus 2013
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten