donderdag 22 augustus 2013

koning

Aan de grote tafel in Het Gouden Hoofd zit een familie, de papa, de mama, twee kinderen. De jongen en het meisje krijgen schaakonderricht. Het schaakbord, met strakke linies aan weerszijden, staat schuin op tafel. Het meisje is een jaar of tien, het joch, rekening houdend met de leeftijd die ze hebben, een stuk jonger. De kinderen, zoveel is duidelijk, hebben nooit eerder met een schaakbord te maken gehad. De papa, een man die misschien net vijfendertig is, legt uit wat je met de loper doen kan, wat de pionnen kunnen, hoe het met de koning zit.
'Wat is de bedoeling?' vraagt het meisje. De papa denkt heel even na over de schrandere vraag van het meisje.
'De koning te pakken krijgen,' zegt hij.
'Dus, de koning te pakken krijgen dan,' resumeert het meisje. 'En de koningin kan je terugkrijgen als...?'
Hieruit blijkt dat ze toch best wat meer weet over het spel dan je als buitenstaander had kunnen inschatten. Ze weet dat je de koningin terugkrijgen kan als je met een pion doordringt in de vijandelijke linie en de uiterste rand van die linie weet te bereiken.
Pap en mam stappen van tafel op om het krijtbord door te nemen. Vandaag hebben ze mosselen in kokosmelk en varkensroti met boontjes en stukjes aardappel en zo nog wat dingen. Het joch neemt een van de witte pionnen en jaagt het ding over het bord alsof het een sportauto is. Voem voem vroem, zegt hij. Het meisje bekijkt die handeling, gaat heel even mee in het wilde vertoon, herstelt de orde die het schaakbord had. Ze kijken naar het bord.

Geen opmerkingen: