vrijdag 9 augustus 2013

geur

olfactorisch (bn.) betrekking hebbend op de reuk, het reukvermogen . /1855/ van Lat. olfactum (geroken) (van Dale, veertiende uitgave, deel twee, blz. 2344) Er is een geur. Hier heb ik wat ik had willen zeggen al meteen te onderbreken, want er is inderdaad een geur maar ik zou niet weten welke; nu ik dit schrijf is ze er niet; toen we het er over hadden was ze er evenmin. Het is een geur die niet die van een zilte avond is, er wel mee overeenstemt, ik voel me genoodzaakt om hier aan toe te voegen: op een of andere manier, dat wil zeggen zonder dat ik op wat voor manier ook zou kunnen uitleggen, of zelfs zonder de overweging om dat te proberen, niet omdat het uitleggen zelf niet zou kunnen maar omdat elke aanknopingspunt om aan zo'n uitleg te beginnen ontbreekt. Een deskundig iemand bijgevolg zal het over een olfactorische sensatie hebben, een sensatie uit de prehistorie van het bestaan, een sensatie voor de uitvinding van de boekdrukkunst als zodanig waarneembare gevolgen begon te hebben, voor roomtaart als roomtaart herkend werd, voor eikenblad, dennennaald en vijgenblad aparte dingen werden. Het is een geur zonder meer gegevens dan de geur die het is. Ik denk niet aan rottend vlees, aan hooiland, aan wit linnen dat in een benarde binnentuin aan een wasdraad in zonlicht hangt, aan het keukentje van opa en oma waar het altijd naar tabak rook, aan die geur van vers zaagsel, gemaaid gras, vochtige aarde, aan die geur van grijze boetseerklei, vers tafellinnen, die geur van zonlicht op een withete dag; misschien is het een geur die een hoeveelheid van die dingen combineert in een samenstelling nochtans die altijd dezelfde is. Het is die geur, daar is geen twijfel over, en alleen die geur, een geur die misschien, op een of andere manier, verwant is aan die van een zilte avond. Of het specifieker is dan die sensatie weet ik niet. Ook is het beslist fout om net aan die geur het beeld van een zilte avond toe te voegen. De sensatie is die van, in tijdsduur te kort om zelfs maar het begin van een studie te proberen, onmetelijk geluk. Ooit is er een moment geweest dat zo totaal was dat het elke porie van m'n povere bestaan met de geur van dat geluk besmette, zonder een ander spoor dan de geur van dat geluk te laten. Geen spoor om er als laattijdig lichtdrukmaal een schilderij of een tekening of als test een tekst van te maken: nee, niets. Een aan niets toe te schrijven geur.

Geen opmerkingen: